Hulp bij toegankelijkheid

Home

notaris weggemans logo

Een besloten vennootschap is een rechtspersoon met een in aandelen verdeeld kapitaal. De aandeelhouders verschaffen kapitaal aan de BV en krijgen in ruil daarvoor aandelen. Deze aandelen vertegenwoordigen enerzijds het economisch belang bij de BV en anderzijds de zeggenschap over de BV.

 

Oprichting van een BV

Een BV kan alleen opgericht worden bij notariële akte. De oprichtingsakte bevat onder meer de statuten van de vennootschap. Het startkapitaal van een BV kan één eurocent zijn. Wanneer met een hoger startkapitaal wordt gewerkt, vertegenwoordigen de aandelen een hogere waarde.

Na de oprichting dient de BV ingeschreven te worden in het handelsregister.

 

Organen

Iedere BV heeft in ieder geval een vergadering van aandeelhouders, ook wel algemene vergadering genoemd, en een bestuur. Het bestuur bestaat uit één of meer bestuurders, ook wel directeuren genoemd. Het bestuur heeft de dagelijkse leiding over de BV.

In de vergadering van aandeelhouders kunnen de aandeelhouders hun stemrecht uitoefenen. De algemene vergadering is het orgaan met de meeste macht binnen een BV. De algemene vergadering heeft onder andere de volgende bevoegdheden:

- het benoemen en ontslaan van bestuurders;

- het wijzigen van de statuten;

- het besluiten tot ontbinding van de vennootschap.

Een BV kan ook een raad van commissarissen hebben. Deze houdt toezicht op het bestuur en staat het bestuur met advies ter zijde.

 

Aansprakelijkheid

Aandeelhouders zijn niet verder aansprakelijk dan tot het bedrag waarvoor zij kapitaal hebben verschaft aan de BV.

Bestuurders en commissarissen van een BV zijn in principe niet aansprakelijk. Dit is anders indien er sprake is van onbehoorlijk bestuur of onbehoorlijk toezicht. Indien de BV hierdoor schade heeft geleden kan zij de bestuurder of commissaris hiervoor aanspreken.

 

Belasting

De vennootschap zelf dient over de door haar gemaakte winst vennootschapsbelasting te betalen.

Een aandeelhouder kan in privé op twee manieren belast worden, en wel in Box 2 of Box 3. Als de aandeelhouder ten minste 5% van de aandelen van een BV houdt, is er sprake van een aanmerkelijk belang. In die situatie is het dividend dat u van de BV ontvangt, in box 2 belast met inkomstenbelasting. Als u minder dan 5% van de aandelen (van een bepaalde soort) in een BV hebt, wordt de waarde van de aandelen jaarlijks in Box 3 belast.

Als u bestuurder van de BV bent waarvan u een aanmerkelijk belang hebt, dient u ook een salaris te ontvangen. Dit salaris is in box 1 belast met inkomstenbelasting. Over het algemeen is het belastingtechnisch gezien goedkoper om dividend van de BV te ontvangen dan een salaris. Maar er dient rekening te worden gehouden met fiscale voorschriften. Zo moet een bestuurder van een BV die ook een aanmerkelijk belang heeft, een gebruikelijk loon ontvangen.

Wanneer u als aandeelhouder/bestuurder op basis van de statuten uw eigen ontslag als bestuurder kunt tegenhouden, bent u voor de sociale verzekeringspremies geen werknemer. De BV hoeft dan geen premies werknemersverzekeringen over de uit te keren managementvergoeding in te houden.

 

Flexwet

Veel bepalingen voor besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid in de wettelijke regeling vóór de Flexwet werden als star en onnodig belastend ervaren.

Dit geldt bijvoorbeeld voor het systeem van kapitaalbescherming waarbij er voorheen een minimumbedrag van € 18.000 vereist was om de BV te kunnen oprichten maar welk minimumkapitaal in de praktijk onvoldoende bescherming bood aan schuldeisers.

Met de invoering van de Flexwet zijn de regels voor BV's eenvoudiger en flexibeler geworden en hebben aandeelhouders in een BV grotere vrijheid / meer mogelijkheden om hun onderlinge verhoudingen te regelen en de BV zodanig vorm te geven als zij wensen. Hierbij kan worden gelet op de aard van de onderneming en de samenwerkingsrelatie.

De grotere vrijheid die ondernemers wordt geboden blijkt bijvoorbeeld uit de ruimere mogelijkheden om in de statuten af te wijken van de bepalingen in de wet of de verruiming dat in de statuten niet alleen verplichtingen ten opzichte van de vennootschap kunnen worden opgenomen, maar ook verplichtingen tussen aandeelhouders onderling.

 

Hierna volgt een korte uiteenzetting van enkele wijzigingen.

het vereiste minimumkapitaal van € 18.000 bij oprichting is vervallen;

de vennootschap is niet meer verplicht - maar mag wel - in de statuten het maatschappelijk kapitaal vermelden. Indien er geen maatschappelijk kapitaal in de statuten is opgenomen is het derhalve mogelijk om onbeperkt aandelen uit te geven zonder dat de statuten hiervoor gewijzigd hoeven te worden.

bij storting in geld is geen bankverklaring meer vereist;

bij storting in natura is geen accountantsverklaring meer vereist; (let wel: de eis van een inbrengbeschrijving blijft in stand);

vermelding van het bedrag (nominale waarde) van de aandelen moest onder de oude wet in euro's tot twee decimalen achter de komma maar mag onder de Flexwet in fracties van centen en in (één) vreemde geldeenheid.

de verplichte blokkeringsregeling is vervallen. Vennootschappen kunnen onder de Flexwet kiezen voor: de wettelijke aanbiedingsregeling; een andersluidende blokkeringsregeling in de statuten of zelfs de uitsluiting van de overdraagbaarheid van de aandelen ("lock-up"); of vrije overdracht van aandelen.

de invoering van stemrechtloze en winstrechtloze aandelen. Een aandeel kan niet stemrechtloos en tevens winstrechtloos zijn.

de wettelijke oproepingstermijn voor een aandeelhoudersvergadering is verkort van 15 naar 8 dagen;

de mogelijkheden om buiten de algemene vergadering te besluiten zijn verruimd;

het is nu mogelijk om de algemene vergadering buiten Nederland te laten plaatsvinden;

de Nachgrϋndungsregeling (art 204c) die ziet op rechtshandelingen verricht binnen twee jaar na de eerste inschrijving van de BV in het handelsregister is vervallen. In plaats hiervan krijgt het bestuur een grotere verantwoordelijkheid bij het bepalen of een dergelijke handeling met de vennootschap mogelijk is;

het verzetsrecht van schuldeisers (twee maanden) bij kapitaalvermindering is vervallen;

inkoop van aandelen is voortaan mogelijk voor meer dan 50% van het kapitaal en zonder machtiging van de algemene vergadering van aandeelhouders. Het verbod op financiële steunverlening (art 207c) door de vennootschap met het oog op het nemen of verkrijgen van aandelen in haar kapitaal is vervallen.

Op een aantal onderdelen gaan wij hierna nader in.

 

Kapitaalbeschermingsregels

I. ten aanzien van inkoop en kapitaalvermindering

De bevoegdheid om te besluiten tot het verkrijgen van aandelen in het kapitaal van de vennootschap komt aan het bestuur toe (voorheen was dit de algemene vergadering). Hiertoe kan niet worden overgegaan:

indien het eigen vermogen, verminderd met de verkrijgingsprijs, kleiner is dan de reserves die krachtens de wet of de statuten moeten worden aangehouden ("balanstest"); of

indien het bestuur weet of redelijkerwijs behoort te voorzien dat de vennootschap na de verkrijging niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden ("uitkeringstest").

II. ten aanzien van uitkeringen van winst en reserves

De besluitvorming tot uitkering werd voorheen geacht nietig te zijn als niet alle formele regels hiervoor zijn nageleefd. De Flexwet gaat uit van een systeem waarin de financiële positie van de vennootschap bepaalt of uitkeringen geoorloofd zijn. De algemene vergadering (dan wel een ander orgaan bij de statuten aangewezen) beslist tot uitkering. Dit besluit - dat de goedkeuring van het bestuur behoeft - is slechts mogelijk voorzover het eigen vermogen groter is dan de wettelijk of statutair aan te houden reserves.

De goedkeuring wordt geweigerd indien het bestuur weet of redelijkerwijs behoort te voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden.

Zijn er uitkeringen gedaan, kapitaal terugbetaald op aandelen in het kader van een kapitaalvermindering of inkoop van eigen aandelen (anders dan om niet) terwijl de vennootschap niet kan blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden, dan zijn de bestuurders en feitelijk beleidsbepalers hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort dat door de uitkering of verkrijging is ontstaan met de wettelijke rente vanaf de dag van de verkrijging of de uitkering.

Voor degene die de uitkering ontving of zijn aandelen aan de vennootschap heeft overgedragen in het kader van inkoop geldt eveneens dat deze gehouden is tot vergoeding van het tekort dat daardoor is ontstaan indien diegene wist of redelijkerwijs behoorde te voorzien dat de vennootschap niet zal kunnen blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. De vergoeding bedraagt in geval van een uitkering maximaal het bedrag of de waarde van de ontvangen uitkering en in geval van inkoop maximaal de verkrijgingsprijs van de vervreemde aandelen (in beide gevallen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van uitkering danwel verkrijging).

Hoewel dit wettelijk niet vereist is kan het gezien het bovenstaande raadzaam zijn om een tussentijdse vermogensopstelling te laten opmaken indien het bestuur aanwijzingen heeft dat er zich sinds het vaststellen van de jaarrekening gebeurtenissen hebben voorgedaan die van invloed zijn op de continuïteit van de onderneming.

 

Certificaten van aandelen

Onder het BV-recht zoals dat voor de Flexwet gold was niet altijd even duidelijk of sprake is van certificaten die al dan niet met medewerking van de vennootschap zijn uitgegeven ("bewilligde" of "onbewilligde" certificaten). De Flexwet biedt de mogelijkheid om in de statuten te bepalen of er vergaderrechten ("het recht om, in persoon of bij schriftelijk gevolmachtigde, de algemene vergadering bij te wonen en daar het woord te voeren") aan certificaten zijn verbonden. Het is tevens mogelijk te bepalen dat het verbinden en ontnemen van vergaderrechten geschiedt door een in de statuten aangewezen orgaan.

Op grond van het overgangsrecht dienen certificaathouders met vergaderrechten vóór 1 oktober 2013 in het aandeelhoudersregister te zijn bijgeschreven.

 

Aandeelhoudersovereenkomsten

Net als onder de oude wettelijke regeling geldt ook in de Flexwet een onderscheid tussen statuten en aandeelhoudersovereenkomsten. "Incorporation by reference" (een verwijzing naar een aandeelhoudersovereenkomst in de statuten) wordt echter onder de Flexwet beperkt toegestaan. Het is bijvoorbeeld toegestaan om in de statuten te bepalen dat enkel zij die partij zijn bij een aandeelhoudersovereenkomst aandeelhouder van de vennootschap kunnen zijn.

Hoewel de Flex-BV meer en ruimere mogelijkheden biedt voor de inrichting van de statuten, wordt het sluiten van een aandeelhoudersovereenkomst niet overbodig. Zeker niet wanneer aandeelhouders worden gebonden aan deze overeenkomst door middel van een kwaliteitseis. Anderzijds zal er in bepaalde gevallen geen noodzaak meer zijn van een aanvullende overeenkomst naast de statuten gezien de ruimte die de Flexwet biedt voor statutaire regelingen.

Wij informeren u graag over de mogelijkheden die de Flexwet in dit verband biedt.

 

Conclusie

Aangezien de oprichting niet meer van derden (bank, accountant) afhankelijk is, kan veel sneller een BV worden opgericht. Vanwege de afschaffing van het minimumkapitaal zou het kapitaal dan bijvoorbeeld kunnen bestaan uit één aandeel met een nominale waarde van € 0,01. Handiger is wellicht een aandelenkapitaal van 100 aandelen met elk een nominale waarde van € 1,00 zodat men meer flexibel is.

Voor bestaande BV's brengt de invoering van de Flexwet automatisch een noodzaak tot wijziging van de bestaande statuten met zich mee, vanwege bepalingen die als gevolg van de Flexwet anders geïnterpreteerd moeten worden of zelfs een andere betekenis krijgen. Denk ook aan bepalingen die in de Flexwet zijn komen te vervallen waardoor de regeling in de huidige statuten onnodig beperkend werkt. Een voorbeeld hiervan is de regeling van inkoop (hiervoor genoemd) waarvoor uw huidige statuten wellicht een regeling bevatten die de inkoop van aandelen beperkt; deze beperking zal blijven gelden ook al biedt de Flexwet een verruiming hierin.

Of de gebruikelijke statutaire regeling gebaseerd op artikel 207c (hiervoor genoemd) die tot vernietigbaarheid kan leiden terwijl dit artikel in de Flexwet is komen te vervallen zodat dergelijke handelingen onder het nieuwe recht wel zijn toegestaan.

Het moge duidelijk zijn: de Flex-BV wordt flexibeler maar zeker niet eenvoudiger!

Wilt u de hiervoor geschetste en andere onduidelijkheden bij de toepassing van uw statuten voorkomen of gewoon gebruikmaken van de mogelijkheden die de Flexwet biedt dan adviseren wij u om uw statuten en aandeelhoudersovereenkomst door ons kantoor kosteloos te laten beoordelen.

vergaderruimte

 

 

Route naar kantoor in Wedde

Route naar kantoor in Ter Apel

 

 

blok row 1 offerte

blok row 2 estate planning

 

 

blok row 6 oprichtingbv

blok row 2 familierecht

 

 

blok row 4 beklemrecht

blok row 2 ondernemingsrecht

 

 

blok row 5a belasting
blok row 5b nalatenschap

blok row 2 onroerendgoed

blok row 2 leeg